Oude hond

  

Acht jaar geleden, toen mijn ouders emigreerde en wij samen ons eerste ‘huis’ betrokken, kon ik moeilijk wennen aan de stilte in huis. Ik kwam uit een druk gezin. Vier kinderen, en een hond. En met name dat laatste was iets waar ik, zo bleek nu, maar moeilijk zonder kon. Het gezellige, het huiselijke, en het hebben van een onvoorwaardelijke vriend om je heen. Ik vond het een gemis. Na lang zeuren aan het hoofd van mijn wederhelft had ik het dan ook voor elkaar. We spraken af dat wanneer we ons nieuwe huis zouden betrekken, ik kon gaan uitkijken naar een hond. Wachten duurt lang, en geduld is niet mijn sterkste punt. Dus binnen een week had ik al een afspraak staan. Gewoon, oriënteren.

‘Ik heb het er vanmorgen nog even met mijn man over gehad, maar we hebben eigenlijk het liefst dat je haar maar gewoon meteen mee neemt.’ Ik zit in de buurt van Utrecht aan een keukentafel, en tegenover me zit een vrouw die heeft besloten na zes jaar haar chocoladebruine labrador weg te doen, omdat ze liever een echte ‘erf-hond’ heeft. En deze voldoet niet aan de eisen.

Er schieten duizend gedachten door mijn hoofd. Probleem. Hoe los ik dit op. Hoe vertel ik dit thuis? We wonen antikraak. Het bed staat in de huiskamer. We passen er serieus amper met zijn tweeën in, laat staan met een hond. Maar ja, linksom of rechtsom, ik laat haar hier echt niet achter. En zo kwam Donna geheel onverwacht in ons leven.  Een knuffelbeer. De meest opgevoede hond die ik ooit ben tegen gekomen. Nooit liep ze aan de riem. Altijd los aan de voet. Wachten wanneer ze moest wachten. Zitten wanneer ze moest zitten. Verslaafd aan eten, maar nooit zou ze iets pikken van tafel. Dol op het park, gek op zwemmen. En maar rennen achter de bal aan, eindeloos. 

Dat is nu allemaal wel anders. Ze wordt oud. Het chocoladebruin wordt steeds grijzer. Ze gaat richting de vijftien! De gewrichten begeven het langzaam, maar de pijnstillers houden haar op de been. Waar we vroeger rende sjokken we nu. Hoe lang ze nog mee gaat? Geen idee. Ik twijfel er soms aan. Ze kreunt en steunt. Ze wordt doof en kippig, mager en dof. Maar af en toe zie ik toch weer even die gekke hond die ik ken van jaren terug. Ondeugend. Blij. In haar ogen glinstert  nog een beetje jeugd.

Ik hoop dat we haar nog even bij ons hebben. Voor Kate. Dat ze haar kan leren kennen. Haar kan knuffelen. Maar ook voor mij. Ik ben nog niet klaar voor die stilte in huis. Wil nog geen afscheid nemen van mijn trouwe maat. 

Dikke oude beer. Blijf nog maar even bij ons.

De mama van Kate

Een gedachte over “Oude hond

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s