6 maanden geleden alweer dat we Kate voor het eerst in onze armen hielden. Zes maanden. Mijn god wat gaat die tijd snel. Weer zo’n cliché, maar zo waar. En zoals bij elk jubileum, groot of klein, gaat de gedachte toch weer even terug naar die dag. Alles passeerde vandaag nog een keer de revue.
Hoe het allemaal begon. En hoe ik me realiseerde dat dat zo was. (Ik heb die dag wel twintig keer gedacht: “dit is het dus, ik doe het nu! Ik beval!”) Vier uur ’s nachts wakker. Vijftien keer douchen. Manlief wakker maken. Verloskundige bellen. “Nee hoor, alles is prima te doen”. Ok, alles is niet meer zo prima te doen. Naar het ziekenhuis, zonder rolstoel naar boven (want ik ben ‘o zo stoer’), de rugweeën, het eindeloze wachten op de ruggeprik, de coassistent die me compleet lek heeft geprikt om het infuus te plaatsen, de hartslag van Kate die even wegviel bij het plaatsen van de elektrode waardoor ik nog langer moest wachten, de wanhoop van die, voor mijn gevoel, eindeloze pijn. Maar uiteindelijk de geboorte van Kate, het mooiste meisje van de wereld, en het gevoel toen ik haar eindelijk in mijn armen had. (Dit alles even in een notendop)
Elke keer loop ik die dag weer even door. Eerst na een week, “vorige week rond deze tijd reden we naar het ziekenhuis”, toen na een maand, twee, drie maanden, en nu dus na een half jaar. Het blijft iets geks.
Al weer zes maanden terug. De tijd vliegt en toch lijkt het ook al weer zo lang terug. Dat kleine mini-meisje, hulpeloos, fijn. En moet je haar nu zien, met haar groente en fruit, haar rollen en draaien, haar willen drinken uit een echte beker en haar praatjes.
Als ik Pinterest mag geloven had ik vandaag een feestje moeten vieren. Een ‘Half’ birthday. Met een halve taart. Slingers en ballonnen. Ach ja, gemiste kans. We halen het wel in over een half jaartje. Dus ik zeg proost op de volgende zes. En op naar dat jaar.
De mama van Kate