“U heeft iets op uw schouder hoor” zegt de mevrouw bij de kassa met een vies gezicht. Ik kijk naar m’n schouders en haal ze op. “Ach ja,snot en tranen” zeg ik nonchalant “Het hoort erbij” en snel pak ik mijn bonuskaart.
Snot en tranen. Het is zo veel meer dan dat.
Op mijn schouder zit mijn kleine meisje dat begint te lopen. Dat leunde op haar loopwagen en haar evenwicht verloor. Op mijn schouder zit die rottige verkoudheid die maar niet over gaat. Die hardnekkige hoest en benauwdheid die we inmiddels bestrijden met medicijnen, en haar gezichtje dat zich dan in mijn schouder boort als het hoesten even te veel wordt.
De tranen omdat ze eigenlijk had moeten slapen. De melk van het flesje van net. De jam van het boterhammetje, de aardappels van vanavond.
Het kwijl van de tandjes (waar blijven die krengen?) Het nat van de zoenen die ik krijg. Met opengesperde mond, een luidruchtig ‘aaaaaaah’ en uiteindelijk een hap. Auw, ware liefde.
En ja, zo loop ik dus door de Albert Heijn. Vies, afgelebberd, maar trots. Op mijn schouder zit mijn leven als mama. Mama’s liefde, mama’s troost, mama’s thuis en mama’s kookkunsten.
Natuurlijk voerde ik dit gesprek niet met de dame in kwestie maar met mijzelf terwijl ik naar huis reed. Dit had ik eigenlijk moeten zeggen. In de spiegel zie ik Kate naar buiten kijken. ‘Poes’ zegt ze. Tegen een boom waarschijnlijk, of een auto. ‘Poes’. Alles is momenteel ‘poes’. Oh meisje, wat hou ik van je.
Mama’s schouders zijn voor jou kleintje. Om op te huilen, om in te bijten. Om op te leunen en op te slapen. Nu en over dertig jaar. Ik draag mijn moederschap op mijn schouders. Mijn hoop, mijn angsten, mijn onuitputtelijke liefde. Mijn zorgen over later en mijn herinneringen van toen. Ja, dat allemaal, en snot. Het hoort erbij.
De mama van Kate
Prachtig geschreven!
LikeLike