Wat moet het moeilijk zijn om één te zijn. Die drang om te leren, te ontdekken. De ijzeren wil om iets te kunnen en het dan honderd keer proberen. Maar ook de frustratie, en de woede als iets niet (meteen) lukt. Of als mamma het niet begrijpt. En dat is best vaak…
Het gaat gelukkig iets beter met de driftbuien. Maar ze zijn er nog wel. Ups en downs. Twee soorten. De peuter bui: “Ik ben boos omdat ik niks van mijn moeder mag”. En de frustratie bui. En die zijn behoorlijk. Ze wil zo veel, zo graag. En ze wil het vooral zelf, zonder hulp. En dat is lastig. Voor Kate, maar ook voor mama. Ik zou het zo graag oplossen. Maar wat niet kan, kan niet, en ik mag haar onder geen beding helpen. Daarnaast begrijp ik haar vaak niet, wat Kate letterlijk tot wanhoop drijft.
De ene dag gaat voorbij zonder slag of stoot. We lachen, we dansen, we spelen. Andere dagen, zoals gisteren gaan van confrontatie naar confrontatie. Ze is moe, maar ze wil niet slapen. Ze valt, ze stoot, ze struikelt. Verdriet maakt plaats voor gemopper en frustratie, schoppend ligt ze op de grond. Even later vliegt ze mij weer om mijn nek en krijg ik de meest innige knuffel.
Gisteravond ging het mis. Oververmoeid. Hele dag gespeeld, veel te weinig geslapen. Ineens slaat het dan om, huilen, gillen, niks is goed. Ik mag haar niet aankleden, vasthouden, niet loslaten. Niet in bed leggen, niet er uit halen. Ze is ongelooflijk boos, en ze komt er niet uit. Na tien minuten weet ze zelf niet meer de aanleiding voor deze uitbarsting. En ik heb het nooit begrepen of zien aankomen. Als ik haar uiteindelijk half in een houdgreep bij me neem in de schommelstoel en tegen haar begin te zingen wordt ze rustig. Ze drinkt nog wat en valt dan op mijn schoot in slaap. We zijn een half uur verder. En ik? Ik kan alleen maar huilen. Manlief snapt er geen snars van, maar het is een optelsom van alle frustraties van dat kleine wijfje van de afgelopen weken, van deze dag, al die momenten waar ik haar niet kon geven wat ze wilde, mijn eigen vermoeidheid, want de uitbarstingen koste ongelooflijk veel energie, en daarnaast mijn onvoorwaardelijke liefde voor dit kleine explosieve meisje.
Vandaag zijn we vrij. En de hele ochtend lezen we boekjes. Kate kiest een boekje en nestelt zich op mijn schoot. “Zitten?” We kroelen en we knuffelen. We gaan naar buiten voor een rondje kinderboerderij. Thuis aangekomen eten we een aardbeitje en wanneer ze klaar is en uit haar stoel wil raken we elkaar weer kwijt. “Zitten?” Maar weer zitten is niet wat ze wil. Spelen? Drinken? Ik weet het niet en Kate wordt bozer en bozer. Overstuur neem ik haar maar weer mee naar boven. Het kost me twintig minuten om haar rustiger te krijgen en haar wederom op mijn schoot in slaap te zingen.
‘Het is een fase’ hoor ik constant. Een sprong. Nou, de reuzensprong doet zijn werk. Kate groeit als kool en ze ontwikkeld snel. Maar misschien wel iets te snel voor haar om te kunnen behappen. Ik vind het goed geweest. Mooie sprong, tijd de landing.
Oh die frustratie hè, van beide kanten! Toevallig was het hier de laatste dagen ook bal, en dat ben ik helemaal niet gewend van mijn meestal vrij stabiele mannetje. Maar inderdaad, hij wil steeds meer wat nog niet lukt en het niet kunnen praten begint in de weg te zitten. Tel daar ziek zijn en oververmoeidheid bij op en je krijgt de taferelen die je hier noemt. Hopelijk landt ze snel!
LikeGeliked door 1 persoon