Even thuis. 

Maandagochtend. Schiphol.

‘Ben geland’ schrijft ze. ‘Top! We staan er!’ Kate en ik staan samen te wachten bij de schuifdeuren van aankomsthal 3. Elke keer gaat die deur weer open. Nog steeds niks. Drie over negen geland. Het is nu half tien. Wat duurt wachten altijd lang. Ineens staat ze achter me, mijn kleine zusje, de tante van Kate. Ik geef haar een dikke knuffel. 

‘Ik heb een leuke verrassing voor je meegenomen’ zegt ze als ik haar weer loslaat. Robert ten Brink zelf had dit niet beter kunnen timen. Achter mijn zusje duikt ineens mijn moeder op. 

Ik kan mijn geluk niet op. Mijn zusje heeft Kate nog nooit gezien. Mijn moeder niet sinds ze drie weken oud was. Ze zijn er kort maar krachtig, maar we genieten intens. Naar het strand, winkelen, knuffelen met Kate en vooral veel, heel veel kopjes koffie met Hollands lekkers. Niets bijzonders. Maar het klopt. Mijn mama op de bank en mijn zusje ernaast. Voor het eerst in lange tijd voel ik me even thuis.

Maar die heerlijke tijd samen kent een donkere kant. De mokerslag van het afscheid. Morgenochtend vroeg staan we weer op Schiphol. Inchecken, misschien nog een kopje koffie. Vlinders in de buik, misselijk, aftellen, uitstellen. Maar uiteindelijk komt dan toch dat onvermijdelijke einde, en zwaai ik ze weer door de douane. Niet zeker wanneer we elkaar weer zien. Dat verdriet, dat hakt er enorm in. Telkens weer. En weten dat dat moment weer komt zorgt steeds weer voor slapeloze nachten. 

Gelukkig gaat het afscheid nog aan Kate voorbij, en heeft ze vooral enorm genoten van haar lieve oma en haar gekke tante. En hopelijk kunnen we deze zomer lekker die kant op en kan ze ook haar andere tante en haar oom ontmoeten.  Fingers crossed. We zullen zien.

Nu eerst maar even morgen.

De mama van Kate

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s